Verkeer
Stuur appje
Zoek
Nieuws
Enschede

Herontdekt oorlogsdagboek van Riet uit Enschede geeft unieke kijk in berucht Oranjehotel

431246 riet hoogland

Koning Willem-Alexander opent vrijdag 6 september Nationaal Monument Oranjehotel in Scheveningen. In de gevangenis zaten tijdens de oorlog ruim 25.000 Nederlanders opgesloten onder vaak barre omstandigheden. De toen 21-jarige Riet Hoogland uit Enschede was een van hen. Haar onlangs herontdekte dagboek geeft een unieke kijk in het leven binnen het beruchte cellencomplex.

Op een dag in oktober 1940 vindt de Enschedese Emmy Naarding een gedichtje in haar brievenbus. Het is een kritisch versje over het grote bombardement op Rotterdam vijf maanden eerder. Emmy geeft het aan haar vriendin Riet Hoogland, die de regels thuis overtypt en het briefje meeneemt naar haar werk, het administratiekantoor van textielfabriek Van Heek. Op de werkvloer gaat het gedicht van hand tot hand en uiteindelijk bereikt het ook een NSB-collega. Deze kondigt woedend aan dat hij ermee naar de Duitsers zal stappen.

Politieke misdaadDe gevolgen blijven niet uit. Het groepje werknemers van de textielfabriek wordt gearresteerd vanwege een politieke misdaad en verblijft zes weken lang in de politiecel, totdat het Feldgericht eind november het oordeel velt. Ze krijgen allemaal gevangenisstraf opgelegd. Riet Hoogland, die het Hetzschrift heeft verspreid en geen berouw toonde tijdens de zitting, wordt het zwaarst gestraft: acht maanden cel met aftrek van voorarrest. Riet en haar collega s blijven nog enkele weken in de cel op het Enschedese politiebureau en worden in januari 1941 overgebracht naar dePolizeigefängnis Scheveningen. De bijnaam van deze gevangenis, het Oranjehotel, is ook in Enschede doorgedrongen. Je zou er haast naar verlangen er deel van te mogen uitmaken , schrijft ze later in haar dagboek.

GangloopsterHet Oranjehotel in Scheveningen is de enige gevangenis in Nederland die volledig onder Duitse leiding staat. Het regiem is er strenger dan in andere gevangenissen in het land. De wreedheid van de bewakers is soms vergelijkbaar met die in de beruchte concentratiekampen van Amersfoort en Vught.

Riet komt terecht in de vrouwenvleugel. Ze krijgt samen met vriendin Emmy een baantje als gangloopster (Flurwärterin). Deze bevoorrechte functie betekent dat ze de Duitse bewaaksters helpt bij het rondbrengen van het eten, het schoonmaken van de gangen en andere klusjes. Zo heeft ze veel contact met medegevangenen, mannelijke ganglopers en het personeel. Ze ziet en hoort situaties die anderen niet meekrijgen. Ook geeft Riet de stiekem boodschappen en briefjes door. Dat laatste is risicovol. Wie betrapt wordt op het doorspelen van informatie, kan worden gestraft met kalte Kost en eenzame opsluiting.

Riet besluit om het dagelijkse leven binnen de muren van het Oranjehotel vast te leggen. Ze beschrijft wat ze ziet. Ze maakt tekeningen van situaties die haar medegevangenen en zijzelf regelmatig meemaken, zoals het luchten, de wanhoop in de cel en een poging tot aanranding. Ze tekent portretten van het personeel. Bijvoorbeeld van de strenge directeur Harder bijvoorbeeld, met het opvallende litteken dat zijn gezicht vervormt. En van Oberwachtmeisterin Kreikamp (bijgenaamd Dribbel vanwege haar typische loopje), de bewaakster die ze omschrijft als een klein kreng met een enorme schreeuwstem . Alle observaties worden met potlood vastgelegd op dun wc-papier, dat ze verstopt in de baleinen van haar korset.

Verzetsheldin Als Riet in juni 1941 vrijkomt, weet ze het dagboek-op-toiletpapier ongezien mee naar buiten te smokkelen. Die vrijlating blijft voor de buitenwereld niet onopgemerkt. Bij de poort van de Scheveningse gevangenis staan de collega s van Van Heek haar op te wachten. Er worden foto s gemaakt van opgeluchte gezichten. Daarna vertrekt het gezelschap naar Enschede, waar de halve stad lijkt uitgelopen om de verzetsheldin te onthalen. Bij het begin van de Olieslagweg stonden al mensen , schrijft Riet. Maar toen we de bocht omgingen, schrokken we er van, zoveel volk er stond. Zwart van de mensen. Een gejuich ging op toen we naderden. De chauffeur reed dwars door de mensen heen. Ze klommen zelfs op het dak van de auto, rukten mijn arm zowat uit, want iedereen wilde me de hand drukken.
Geen plek meerDe dagboeknotities, ook die van de gebeurtenissen buiten het Oranjehotel, werkt Riet tijdens de oorlog nog uit. Ze bewaart ze met gevaar voor eigen leven. Na de bevrijding is het tijd om ermee naar buiten te komen, vindt de inmiddels naar Amsterdam verhuisde Enschedese. In 1946 meldt ze zich met de documenten bij reservemajoor Weber, die net het Gedenkboek van het Oranjehotel heeft uitgebracht. Zijn boek is een eerbetoon aan de vaderlandsliefde en heldenmoed van de Oranjegasten . De bedoeling is om in een tweede druk meer getuigenissen van gevangenen op te nemen, maar voor passages uit het dagboek van de gangloopster is geen plek. Riet reageert teleurgesteld. Ze besluit enkele jaren later te emigreren en neemt haar Oranjehotel-manuscript mee naar Nieuw-Zeeland, het land waar ze tot haar dood in 1970 blijft wonen.

De herontdekking
Het 200 pagina s tellende dagboek dreigt daarna voorgoed vergeten te worden. Ineke van Dorrestein-Hoogland uit Ruurlo heeft het geërfd van haar tante en probeert het vergeefs onder de aandacht te brengen. Zelfs in Enschede vangt ze bot. Ik nam contact op met iemand van de historische vereniging daar. Hij zou erop terug zou komen, maar dat is nooit gebeurd. Daar had ik best de pee over in.

Van Dorrestein benadert uitgevers, maar ook die voelen er niets voor om wat met het dagboek te doen. Maar in 2010 helpt het toeval een handje. Een klant van haar schoonheidssalon in Ruurlo hoort het verhaal aan en biedt aan om de documenten door het NIOD (het Instituut voor Oorlogs- Holocaust en Genocidestudies in Amsterdam) te laten bekijken. Daar zien de medewerkers meteen dat ze met een bijzonder document te maken hebben. Ze nemen een kopie in het NIOD-archief op.

Uniek materiaal Enkele jaren later krijgt historicus Bas von Benda-Beckmann de opdracht om een boek te schrijven over het Oranjehotel, dat wordt heringericht als herinneringscentrum en Nationaal Monument. Hij stuit tijdens zijn onderzoek bij het NIOD op het dagboek van Riet Hoogland. Uniek materiaal, vindt Von Benda-Beckman. Riet Hoogland beschrijft het leven in de gevangenis met veel gevoel voor detail en intermenselijke verhoudingen. Je leest over de spanningen, over het karakter van de gevangenen en het Duitse personeel. Ze is bijvoorbeeld de enige die schrijft over de lesbische gevoelens onder vrouwelijke medegevangenen. Daarbovenop zijn er haar tekeningen plus de unieke foto s van de vrijlating en de ontvangst in Enschede.

Tijdens zijn onderzoek ontdekt Von Benda-Beckmann ook dat het aan Riet Hoogland te danken is dat Doodencel 601 in zijn oorspronkelijke staat bewaard is gebleven. Toen dat besluit in 1946 werd genomen, was ze als secretaresse verbonden aan de stichting Oranjehotel. Dat maakt voor mij de cirkel rond , aldus de schrijver. In zijn volgende week te verschijnen boek heeft Riet Hoogland dan ook een prominente plek gekregen. De vrijlating van de Enschedese, waarbij ze wordt omringd door collega s van textielfabriek Van Heek, siert zelfs de cover.

Ineke van Dorrestein is blij met de aandacht voor haar tante. Ik heb het gevoel dat ze nu pas echt serieus is genomen. Ook in de familie is nooit gesproken over wat zij in de oorlog had meegemaakt. Heel vreemd vind ik dat nog steeds. Riet Hoogland deed toch iets waar je best trots op mocht zijn. Met dit boek en de documentaire wordt haar eindelijk recht gedaan.

Het Oranjehotel Een Duitse gevangenis in Scheveningen van Bas von Benda-Beckmann (24,99 euro) ligt vanaf 5 september in de winkel. De documentaire Het geheime dagboek van Riet Hoogland , waarin ook haar leven in Enschede aan bod komt, wordt donderdag 5 september om 20.25 uur uitgezonden op NPO2.

Heldenstatus Oranjehotel genuanceerdHet Oranjehotel in Scheveningen dankt zijn bijnaam aan de aanwezigheid van veel vooraanstaande verzetsstrijders, onder wie Erik Hazelhoff Roelfzema (Soldaat van Oranje), hoogleraar Rudolph Cleveringa en pater Titus Brandsma. Daaraan verbonden is ook de gevleugelde zin In deze bajes zit geen gajes, maar Hollands glorie, potverdorie .

Historicus Bas von Benda-Beckmann laat in zijn boek Oranjehotel Een Duitse gevangenis in Scheveningen zien dat deze groep weliswaar aanvankelijk groot was, maar over de gehele oorlogsperiode genomen relatief bescheiden. Veel kleiner in ieder geval dan altijd is aangenomen. Van de 25.000 gevangenen bestond ongeveer een derde uit kleine wetsovertreders zoals zwarte handelaars en clandestiene slachters. Het aandeel joden was ongeveer 10 procent. Zo n 55 procent van de gevangenen zat er vanwege illegale politieke activiteiten, variërend van gewapend verzet tot het beledigen van een Duitse soldaat. Von Benda-Beckmann: ,,Hoe spectaculair de heldenverhalen ook zijn, bij nadere beschouwing bestond een veel groter deel van de gevangenen uit mannen en vrouwen als Riet Hoogland, die om een kleine symbolische uiting van protest een paar maanden achter de tralies terechtkwamen.

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Museum Oranjehotel
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.