Verkeer
Stuur appje
Zoek
445236 veldhuizen

Dominee Jan Veldhuizen uit Enschede is altijd in de weer voor inwoners in armoede

Hij heeft van het omarmen van hulpbehoevenden zijn dagtaak gemaakt. Jan Veldhuizen stelt zijn leven als dominee en gezicht van het Diaconaal Platform in dienst van de armlastige stadgenoten. "Soms vrees je dat iemand op het punt staat een stuk touw te kopen." De vraag is hem meer dan eens serieus voorgehouden. Of hij geen wethouder wil worden. Dan kan hij, Jan Veldhuizen, zelf aan de knoppen draaien van het sociaal beleid dat hij zo vaak kil en afstandelijk noemt. "Nee." Hij lacht de discussie weg. Hij zou het best kunnen, aan zelfvertrouwen ontbreekt het hem niet. "Ik weet hoe ik processen moet leiden, wees niet benauwd, maar ik ben niet echt van de halfzachte compromissen."

Aldus Veldhuizen, voorzitter van het Diaconaal Platform, die ruim een half jaar geleden in een oorverdovend stille raadzaal als inspreker op geëmotioneerde toon sprak over een gemeente die rond de (bijzondere) bijstand en de Wet maatschappelijke ondersteuning slechts afstand tot haar inwoners creëert. "U levert geen bijstand", hield hij het lokaal bestuur voor.

Bijna acht maanden later is zijn toon nog even gepassioneerd. En toont hij zich, aan de vooravond van het nieuwe armoedebeleid dat wethouder Arjan Kampman na talloze onderzoeken in 2020 ontrolt, onverminderd kritisch. "Ik kom situaties en gevallen tegen, dat ik denk; als dat maar goed gaat ¦ Ik ken iemand die al twee jaar op een bijstandsuitkering wacht. Twee jaar, dat kan niet." Hij zwijgt even en zegt dan: "Er zijn gevallen waarbij ik denk: als hij of zij maar geen stuk touw gaat halen. Dit werk snijdt door je ziel."

Toch is er ook hoop. „Ik heb nu met Arjan te maken. Dat is een verademing. Als ik hem de hand schud en in de ogen kijk, is er vertrouwen. Er blijft niks hangen. Dat was onder zijn voorganger (Patrick Welman, red.) wel anders. Het sterkt me in het vertrouwen dat er langzaam dingen ten goede veranderen.”

In een verhalenreeks over armoede kan Jan Veldhuizen niet ontbreken. Al was het maar omdat hij als 62-jarige Enschedeër een ervaringsdeskundige is. Armoede, zo leert de serie Omarm Enschede, zit misschien wel in het dna van deze stad en wellicht is Veldhuizen daar wel de belichaming van. „Ik ben zelf in armoede opgegroeid met een vader en moeder die werkten in de textiel”, zegt hij over het sobere bestaan in zijn eerste levensjaren. „Het was schrapen en beslist geen vetpot.”

Zelf ontsteeg hij de armoede dankzij een ruim dertig jaar durende carrière, onder meer bij Polaroid. Hij klom er vanaf de laagste trede van de loopbaanladder op tot Europees IT-manager. Veldhuizen, telg uit een rood nest die dankzij zijn huidige vrouw baptist werd en sindsdien iedere zondag preekt als dominee, vertrok er rond zijn vijftigste. „Met een goede regeling. Toen stond ik voor de keuze: wat te doen met de tweede helft van mijn leven? Een ontmoeting met mijn vriend Gordon McDonald, een Amerikaan en een collega-dominee, heeft toen de doorslag gegeven. Gordon zei: je kunt twee dingen doen. Of het geld lekker oppotten en af en toe op vakantie gaan of je gaat wat doen voor mensen die het moeilijk hebben.”

Het werd het laatste. Dus bestaat zijn leven uit het preken op zondag - voor de Harmony-gemeenschap die wekelijks bijeenkomt in de Soendastraat - en zijn inspanningen voor het Diaconaal Platform. Met zo’n vijftig vrijwilligers staat het kerkelijke genootschap duizenden minder draagkrachtige Enschedeërs bij. Het is werk dat hem geen dag onberoerd laat.

„Als dominee haal ik de mensen letterlijk van de straat. Kom langs, vraag ik dan. Met het platform komen we de bizarste dingen tegen. Dat een man van 76 is beroofd, geen geld en pinpas meer heeft en dan te krijgt te horen dat hij een DigiD nodig heeft… Zo’n man heeft geen idee waar ze het over hebben… Daarom is het Diaconaal Platform zo ontzettend nodig.”

Hij kwam in maart 2018 met een manifest over armoede. De aanklacht daarin luidde onder meer dat het harde sanctiebeleid rond de bijstand noodlijdende Enschede met een rigide boetesysteem nog verder in de misère duwt. Bijna twee jaar later is er wel wat veranderd, erkent hij. „Er zit een versoepeling van het beleid aan te komen, daar ben ik echt wel positief over.”

Hij ziet daarin de oprecht warme hand van Arjan Kampman. „Hij is van goede wil”, zegt hij. Maar: „Kampman heeft een eigen bevoegdheid die hem in staat stelt om waar nodig in individuele gevallen van het beleid af te wijken.” De zogeheten hardheidsclausule is een soort discretionaire bevoegdheid waarmee de wethouder desgewenst een eigen koers kan varen. „Maar doet hij zelden. Het maakt dat hij niet echt door het starre ambtelijke beleid weet heen te breken. Dat mis ik.”

icon_main_info_white_glyph

'We gaan versoepelen'

Wethouder Arjan Kampman erkent dat hij weinig gebruik maakt van de hardheidsclausule, zoals Veldhuizens klacht luidt. „Dat doe ik inderdaad bijna nooit. Zou ik het wel toepassen, dan voldoet de wet kennelijk niet. Dan is het raadzamer om wat aan de wetgeving te doen”, zegt Kampman, die onderschrijft dat zijn relatie met Veldhuizen goed is. „Als we het ergens over oneens zijn, dan is het de wet waar ik me aan heb te houden. Die gebiedt me soms streng te zijn.”


Kampman wijst wel op een versoepeling van het sanctiebeleid - de maatregelenverordening - rond de bijstand die eraan zit te komen. Die biedt mensen bij financiële giften van derden meer vrijheid bij de besteding, daarnaast is het de bedoeling dat de strafkorting bij het niet-bezoeken van de zogenaamde Doen-beurs met 30 procent wordt verlaagd.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.