Geert Christenhusz, stadsdichter van Oldenzaal, staat stil bij de Dodenherdenking op 4 mei. Een oproep de stem te verheffen tegen alle onrecht, overal in de wereld.
Wat is de rechtvaardiging
voor het onverzadigbaar verlangen
naar meer aanzien,
naar meer macht,
naar een troon met goud behangen,
naar een rijk als nooit gedacht
en dat geen grenzen kent,
dat anderen zijn wil oplegt,
dat zijn eigen zonen offert,
dat zijn dochters slechts laat baren
voor de vreselijke slagveldslacht?
Dat al wie anders is doet haten,
dat al wie nadenkt wantrouwt,
dat al wie in de weg staat weg slaat
en al het mooie afbreekt
dat met grote liefde ooit is opgebouwd?
Wie zijn toch die zelfzuchtige tijdgenoten,
die zich gedragen als genadeloze despoten?
Welke wereld willen zij hun kindskinderen geven,
wat laten zij als erfgoed na?
Zij zouden beter moeten weten,
of zijn zij de herinnering kwijt
aan vroeger tijden van zinloos machtsvertoon?
Beseffen zij de gevolgen van misbruik en van strijd?
En wij? Zijn wij van schulden vrij?
Geven wij gehoor aan de roep om vrede,
durfden wij onze stem te verheffen
toen onschuldigen werden weggevoerd?
Toen kinderen hun land uitgezet,
hun ouders asiel geweigerd,
volkeren ontheemd dwalend
van plek naar plek werden gestuurd?
Vrienden, vrije mensen,
verheft uw stem in luid protest,
laat u horen tegen alle onrecht
in Noord, in Zuid, in Oost en West!
Geert C.A.M. Christenhusz, Stadsdichter van de Stad Oldenzaal.