Zonder motorrijbewijs tegen de 300 kilometer over het circuit: ‘Racerij voor is mij zoals voetbal voor een ander’
Joris Lentfert begint binnenkort aan zijn vijftiende seizoen als motorcoureur. De overtuiging om er wederom een seizoen aan vast te knopen, wist andermaal de twijfel te verdringen. Met andere woorden: de 28-jarige inwoner van Borne heeft z’n zaakjes op orde om een gooi te doen naar een podiumplek in de IDC Dutch Superbike, de nationale Koningsklasse.
Struggle
Want het bijeensprokkelen van de nodige pecunia is een strijd op zich sinds Lentfert op z’n veertiende voor het eerst aan een officiële race deelnam. ”Het is niet ieder jaar dezelfde struggle, hoor. Door de jaren heen zijn er mooie samenwerkingen ontstaan. Haakt een sponsor af, dan moet je zorgen dat daar een nieuwe voor in de plaats komt. En dat lukt nog steeds. Als je wat langer meeloopt, weet je wat je aan elkaar hebt en word je als rijder niet zo snel meer afgerekend op een wat minder seizoen.”
Tegenslag
Afgelopen jaar was zo’n seizoen met de nodige tegenslagen: valpartijen en blessures. Meer dan Lentfert de afgelopen jaren moest verteren. ”In oktober eindigden we alsnog met een mooie podiumplek tijdens het slotweekend op het TT Circuit in Assen. Dat heeft het seizoen op de valreep voor een groot deel goedgemaakt en bijna alle sponsors zegden hun steun weer toe. Zo werkt het, als je wat langer meeloopt en over langere tijd vooral progressie toont.”
'Niet blijven hangen in tegenvallers'
Z’n BMW M1000 RR ziet er tiptop uit. Lentfert is weer van een indrukwekkende racer voorzien. Kost een paar cent, maar dan heb je ook wat. ”Ik ben heel blij met deze motor en de ondersteuning van MRP Racing. De tegenslag van het afgelopen seizoen heeft ook wijze lessen opgeleverd. Daar doen we komend seizoen beslist ons voordeel mee. Zo kun je het ook bekijken, in plaats van in die tegenvallers te blijven hangen.”
Bas Winkel en Rob Filart
Het zijn er niet veel die zolang in de racerij overleven op een wijze waarop Lentfert zich al 15 jaar staande houdt in dit wereldje. En al helemaal niet in de regio waar het de afgelopen jaren dun bezaaid is met motorcoureurs op nationaal topniveau. Bas Winkel uit Vriezenveen en Rob Filart uit Manderveen waren zo’n beetje de laatste coureurs van het ‘type’ Lentfert, die het langere tijd volhielden. In 2010 reed Lentfert zijn eerste race in de NSF100 Cup, stapte vervolgens over naar de Yamaha R125 Cup en kreeg met dank aan Racing Team Oldenzaal de kans om de overstap te maken naar de grote circuits op een Honda CBR 600 RR en stond aan de start van British Supersport races in Assen.
Bijzondere mijlpaal
De laatste jaren is hij weer actief in zijn oude vertrouwde team in de Dutch Superbike klasse. Lentfert: ”Het is toch wel bijzonder dat ik dit nu al zo lang mag doen. Mensen zien vaak niet wat er achter de schermen allemaal bij komt kijken en hoe groot de groep mensen is die het racen voor je mogelijk maakt. Dat maakt ook dat ik tot op het bot ben gemotiveerd om er samen met het team een prachtig jaar van te maken. Dat vijftiende seizoen is een bijzondere mijlpaal, die ik graag met iets moois hoop te bekronen.”
Geen motorrijbewijs
En hoe zit dat nou met zijn motorrijbewijs? Lachend: ”Dat heb ik helemaal niet! Op de een of andere manier is dat er nooit van gekomen. M’n ouders kochten op m’n tiende zo’n minibike. Daar ben ik de racerij mee ingerold. Een paar jaar later heb ik me opgegeven voor een talentenselectiedag. Toen is het echte racen begonnen. Het is mijn sport geworden, zoals een ander voetbalt, tennist of volleybalt. Maar inderdaad, ik mag niet met een motor de openbare weg op. Heb daar ook niets mee. Nog niet. Denk dat het er later wel een keer van komt als ik niet meer race.”
Kalender
Lentfert komt uit in de Dutch Superbike klasse van het IDC kampioenschap (Internatonal Dutch Championchip). Dat is het kampioenschap op het hoogste raceniveau in Nederland en dat begint op 6 april in Assen. Het klassement gaat over 9 races met de afsluiting wederom in Assen op 5 oktober.
