Talkshow 1Twente Voetbaltijd vanaf nu op regionale tv: 'Tachtig procent gaat over FC Twente en Heracles'
De voetballers was hij zat, maar het spelletje kon hij niet missen. René Wagelaar stopte als zaakwaarnemer, maar wilde wel met zijn grote liefde bezig blijven. Talkshow Voetbaltijd werd geboren. Het programma groeide op en gaat komend seizoen een nieuwe levensfase in. Met een nieuw format, in een nieuw decor en met een nieuwe presentator: Mick van Halst. De voetbalshow die voornamelijk leunt op FC Twente en Heracles trouwt bovendien met streekomroep 1Twente. En krijgt daarom een nieuwe naam: 1Twente Voetbaltijd.
Voetbaltijd
Plaats van handeling wordt elke maandag Studio Balengebouw bij de redactie van Streekomroep 1Twente. Presentator Mick van Halst kenschetst het voetbalprogramma als laagdrempelig en sfeervol waarbij het voornamelijk over Twente en Heracles gaat. Voetbaltijd bestaat al sinds 2017. Toen nog gepresenteerd door verslaggever Eddie van de Ley. Opnamelocatie was Van der Valk.
Afscheid
Initiatiefnemer René Wagelaar is blij dat hij in 2020 definitief afscheid nam van het zaakwaarnemerschap. Hij bracht de vijftien voetballers die hij nog in zijn 'stal' had en waar hij alles voor regelde onder bij anderen en voelde zich toen pas volledig vrij om Voetbaltijd helemaal in te richten zoals hij wilde.
Liegen en bedriegen
“Ik was er klaar mee. De voetbalwereld is onbetrouwbaar. Het is liegen en bedriegen. Een megaslangenkuil, niet normaal”, vindt Wagelaar. En toch wilde hij verder met het spelletje. “Ik ben er gek van en vroeg me af wat ik kon doen dat toch nog met voetbal te maken had? Er moet per slot van rekening ook nog brood op de plank komen.” En zo werd voetbaltijd geboren.
Lars Unnerstall hoofdgast bij Voetbaltijd
1Twente Voetbaltijd wordt normaalgesproken elke maandagmiddag om 17.00 uur uitgezonden op het televisiekanaal van 1Twente (Ziggo 40 en KPN 1428, Tweak 276) en op het YouTubekanaal van Voetbaltijd. Alleen de eerste aflevering van de talkshow heeft dinsdag om 17.00 uur plaats. Gast is Lars Unnerstall die met presentator Mick van Halst en voetbaldeskundige René Wagelaar ingaat op het nieuwe seizoen van FC Twente. Unnerstall verlengde maandag zijn contract met de Enschedese eredivisionist.
Geld maakt alles kapot
Toen ik nog jongens als Jeroen Heubach en Sander Boschker onder mijn hoede had was het voetbal nog normaal. Mooie tijd. Die voetballers verdienden 2 à 2,5 ton per jaar. Een net bedrag, maar niet zo megaveel als nu. Tadic kreeg 6 miljoen bruto.”
"Die miljoenen, dat doet een mens geen goed, zo blijkt. Als je 19 jaar bent, en je gaat zoveel verdienen, dan ga je zo doen… kun je dat ze kwalijk nemen? Geld maakt alles kapot, ook dit."
Zoontje van ...
Voetbaltijd is niet te vergelijken met andere programma’s, zegt Van Halst. “We doen het op onze eigen manier. Ik heb het stokje overgenomen van Eddie van der Ley. Mij gaat het om voetbalhumor, ouderwetse gezelligheid, vakkennis en analyse.”
Of hij niet wordt gezien als het zoontje van Jan van Halst wil presentator Niels Veurink van 1Twente Vandaag van ‘m weten. “Maar dat hou je altijd. Kan ik niets aan doen. Ik ga m’n eigen weg. Ben bezig met Ziggo en andere presentatieklussen. Ben nooit een actieve voetballer geweest, maar ik houd wel van het spelletje.”
Jonge hond
“Ik zocht een jonge hond, een presentator die nieuwe impulsen geeft aan het programma. Moet je m’n zoon bellen, zei Jan van Halst. Vanaf dag één hadden we een klik”, vertelt Wagelaar.
Rolverdeling
De rolverdeling in Voetbaltijd is duidelijk. Van Halst presenteert en Wagelaar brengt zijn kennis in en die is ook volgens hemzelf niet gering. Hij voetbalde in Jong Twente, Jong Go Ahead, Jong VVV en daarna nog jaren in Duitsland op amateurniveau. Werd zaakwaarnemer van voetballers als Heubach, Boschker, Breukers en Joosten. “Ik onderhield de contacten met clubs, kocht huizen, maakte reclame, stond altijd klaar en was dus een soort manager.”
“Ik weet er veel van. Ik kan vooraf heel goed zien of een voetballer slaag of niet. Negen van de tien keer heb ik het goed. Ben idolaat van t spelletje. Dat is m’n vak. Ik zie het.”
