Winkelhorst ging als jonge twintiger naar het buitenland om beter te worden en ooit de Olympische Spelen te kunnen halen. De Hengeloër, die begon bij WS Twente in zijn woonplaats en daarna voor BZC in Borculo speelde, begint aan zijn vierde jaar bij Waspo Hannover. Daarvoor speelde hij twee jaar in Barcelona.
Na het afhaken bij Oranje bleef de Olympische droom bestaan, vertelt Winkelhorst tegen Tubantia: âDe waterpolowereld is een klein wereldje. Duitsland gaf aan mij te willen hebben. Ze zagen in mij een versterking. Ik heb gesprekken gevoerd en het was allemaal positief. Ik dacht: misschien is dit wel wat voor mij.â Na naturalisatie zou hij in februari speelgerechtigd zijn voor Duitsland op het olympisch kwalificatietoernooi in Rotterdam. Net als Nederland heeft Duitsland zich nog niet geplaatst voor Tokio. Winkelhorst vond het het proberen waard.
Toen hij het besluit had genomen, sloeg echter de twijfel toe: âHet begon steeds meer te knagen: heb ik de juiste beslissing genomen? Mijn vrouw is een Nederlandse, mijn zoontje is een Nederlander. Ik zou dan een Duitser zijn. Op papier, want ik zie mezelf niet als een Duitser. Ik ben in mijn hart een Nederlander. Het voelde niet fijn. Ik wil eenzelfde paspoort hebben als mijn zoontje. Ik ben een trotse Nederlander. Dat vind ik bij nader inzien belangrijker dan de Olympische Spelen. Sinds ik mijn besluit heb teruggedraaid, voel ik me heel fijn.â
Dat hij Nederlander blijft, betekent niet dat hij weer aansluit bij Oranje. Volgens het nationale team staat de deur open, maar Winkelhorst wil eerst weer op één lijn komen. âVoorlopig richt ik me op mijn club. Het wordt weer een hectisch jaar, met onder meer de Champions League. Misschien komen we in de toekomst wel weer op een lijn. Wie weet, als het dan goed voelt, probeer ik het weer bij Oranje. Maar voorlopig dus niet.â
Foto: Facebookpagina Jorn Winkelhorst