De Centrale Raad van Beroep, die de zaak in hoger beroep beoordeelde, noemt de oefening 'onvoldoende zorgvuldig ingericht . De werkomstandigheden droegen een buitensporig karakter . Hierdoor heeft de gemeente Enschede (destijds formeel werkgever van de Enschedese brandweerlieden) haar zorgplicht ten aanzien van haar ambtenaren verzaakt. De gemeente is daarom aansprakelijk voor de schade, waarvan de hoogte nog nader bepaald moet worden.
Veel mis
De vrijwillige brandweerman deed op 12 november 2012 mee aan een oefening Ongeval Gevaarlijke Stoffen . Daarbij ging van alles mis. Tijdens de oefening werd gespeeld dat er iemand bekneld zou liggen in een chemokar.
De vrijwillige brandweerman ging er van uit dat dit een pop zou zijn, maar het bleek om een echt persoon te gaan. Die was maar liefst 1.98 m lang en 108 kilo zwaar en daarmee te zwaar om met twee man te tillen. Dat deden twee brandweerlieden evengoed, omdat ze de oefening graag tot een goed einde wilden brengen.
Maar tijdens het tillen ging het mis. De Enschedeër had over zijn brandweerpak een chemiepak aan, dat te krap voor hem was en waar veel te kleine schoenen aan zaten; een passend pak was niet voorradig. Hij kon daardoor niet goed lopen en tillen. Bovendien raakte het vizier van zijn chemiepak beslagen omdat er tegen de voorschriften in geen anti-condensspray beschikbaar was gesteld.
De man kon over al deze problemen geen melding doen aan de leidinggevenden van de oefening, omdat de portofoon waarmee hij moest werken wel kon ontvangen, maar niet zenden. Door al deze omstandigheden struikelde de Enschedeër bij het verplaatsen van het slachtoffer. Hij viel achterover en raakte enkele minuten buiten bewustzijn. Hij werd uiteindelijk per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd.
Arbeidsongeschikt
Hoewel de Enschedeër hevige pijn had en zijn linkerbeen verlamd was konden de artsen geen lichamelijke oorzaak voor zijn klachten vinden. Evengoed raakte de man arbeidsongeschikt en hij eiste daarom een schadevergoeding van de gemeente Enschede. Hij kreeg zowel van de gemeente als van de Inspectie SWZ als van de rechtbank in Almelo ongelijk, voornamelijk omdat niet duidelijk was waardoor zijn lichamelijke klachten werden veroorzaakt.
Uiteindelijk stelde een ingeschakelde psychiater vast dat de man leed aan een zogeheten conversiestoornis. Die treedt op bij acute stress of woede die niet goed verwerkt kan worden. Als reactie daarop schakelen de hersenen bepaalde lichamelijke functies uit. Een second opinion, aangevraagd door de gemeente Enschede, bevestigde de diagnose. Beide psychiaters achten het zeer aannemelijk dat de stoornis is ontstaan als gevolg van het ongeval. Bovendien werd de man tijdens de behandeling bij de Centrale Raad van Beroep bijgestaan door twee collega-brandweerlieden, die de barre omstandigheden tijdens de oefening bevestigden.
'Trieste zaak'
Advocaat Robin Kötter, die de man bijstond, is blij met het oordeel van de CRvB. "Dit is echt een ongelooflijk trieste en ingewikkelde zaak. Als je bij de vrijwillige brandweer werkt, ben je echt geen doetje. Mijn cliënt was altijd een fitte, sportieve man. Nu zit hij thuis, hij kan niet werken en hij kan niet goed lopen. Voor een vader van jonge kinderen is dat heel erg." Zowel Kötter als zijn cliënt hebben enorm veel waardering voor de collega-brandweerlieden die altijd achter het slachtoffer zijn blijven staan. "Dat is echt mooi, die enorme saamhorigheid en zorg voor elkaar onder brandweermensen", vindt Kötter.
De gemeente Enschede kon vrijdag nog niet reageren op de uitspraak, maar liet wel weten de inhoud te bestuderen, samen met de Brandweer Twente en de Veiligheidsregio.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en TV Enschede