Het Rijksmuseum pakt zondag uit met een Herfstsalon en twee nieuwe tentoonstellingen. Hedendaagse natuurtekenaars begeleiden de bezoeker op weg naar het hoofdgerecht: het mysterieuze werk van Otto Marseus van Schrieck, bijgenaamd De Snuffelaer.
Ooit was hij net zo beroemd als Rembrandt. Bezoekers van Amsterdam in de zeventiende eeuw trokken naar zijn atelier in het buitengebied bij Diemen. Daar, tussen de waterplassen, zagen zij de man die bij zijn collega s opviel vanwege zijn voortdurende gesnuffel in de natuur en met zijn schilderijen van drassige bodems in het bos vol slangen, spinnen en vlinders grote indruk maakte op tijdgenoten.
Otto Marseus van Schrieck (1637-1680) is een curieuze figuur in de kunstgeschiedenis. Inmiddels al lang geen grote naam meer, maar wel een schilder waarvoor je naar het museum komt. Zo n 150 schilderijen zijn er van hem bewaard. Stillevens in hoofdzaak waarop je niet snel uitgekeken raakt. De Snuffelaer schildert tot in detail en met bijna wetenschappelijke precisie het leven in het bos. Voor de weergave van vlinders drukt hij zelfs echte vlindervleugels in de verf. Met zijn werk getuigt hij van de steeds grotere rol van de wetenschap in de zeventiende eeuw.
Rubens
In het Rijksmuseum is vanaf zondag een mooi overzicht van zijn werk te zien. Ze hangen in de centrale tentoonstellingsruimte en vormen het hoogtepunt van een route die je af kunt leggen langs een route van moderne natuurtekeningen. Negen hedendaagse tekenaars geven met soms wandvullende presentaties niet alleen een indruk van hun visie op de natuur, maar laten ook zien wat ook in onze tijd de kracht kan zijn van een goede tekeningen. In de tentoonstelling bevindt zich ook een schilderij van Rubens: een Medusa-hoofd, eveneens vol met griezelige slangen.
De hoofdschotel blijft echter De Snuffelaer. Stil is het in het schemerdonker van zijn vaak geheimzinnige schilderijen zelden. Tussen de planten, distels en paddenstoelen gebeurt van alles. Thuis, in zijn atelier te Diemen, had hij ook de beschikking over een grote verzameling planten, insecten en slangen. ,,Ik presenteer u de almachtige vinger Gods in de anatomie van een luis , schreef zijn vriend en wetenschapper Jan Swammerdam. Van Schrieck was de eerste die slangen en planten als hoofdmotief presenteerde in de schilderkunst. Met zijn gesnuffel maakte hij niet alleen bijzondere schilderijen, maar sloeg hij ook een brug naar een nieuwe manier van natuurbeleving.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en TV Enschede FM, foto: Rijksmuseum Twenthe