Heinz Krabbe wijst naar een steen met inscriptie boven de ingang van de grote sjoel. De herdenkingstafel en het eeuwig brandende licht ernaast herinneren aan de 700 Twentse Joden die tussen 1941 en 1945 slachtoffer werden van de Holocaust, de razzia op 14 september 1941 en de deportatie naar Mauthausen. In dit Oostenrijkse concentratiekamp vonden 105 joodse mannen uit Enschede en omgeving de dood.
Heinz Krabbe, voormalig directeur van de Overbergschule in Gronau-Epe, is sinds 2011 rondleider in de Enschedese sjoel. Hij is in 1946 geboren in de Duitse grensplaats Epe, waar voor de Tweede Wereldoorlog tientallen Joodse burgers vanzelfsprekend deel uitmaakten van de dorpsgemeenschap. De pogrom van 9 november 1938, in Nederland doorgaans Kristallnacht genoemd, betekende ook in Epe het einde van het Joodse openbare leven. "Na de oorlog waren de Joden nagenoeg verdwenen", zegt Krabbe.
Het lot van de Joden in Duitsland hield hem al op jonge leeftijd bezig, zegt Krabbe. "Vlak na de oorlog werd doodgezwegen wat er was gebeurd. Op school ervoeren we niets, thuis net zomin. Mijn vader kwam terug uit de oorlog en sprak er niet over. De generatie van de daders zweeg, net als de generatie van de slachtoffers."
Verbonden met Nederland
Krabbe studeerde geschiedenis, kunst en theologie en werd leraar. Zijn vrije tijd bracht hij in Nederland door. "We vierden met het gezin vakantie in Bergen Binnen in Noord-Holland. De Gouden Eeuw en de mooie steden zoals Zwolle, Gouda, Deventer, Delft en Leiden hebben me altijd gefascineerd. Op een gegeven moment wilde ik de taal leren."
In 2011 was de toenmalige Stichting Synagoge Enschede te gast in een conversatieles. "Ze zochten Duitstalige rondleiders", zegt Krabbe. "Ik dacht: ik ga eerst het pand bekijken, ik kende de synagoge alleen van buiten." De schoonheid van het gebouw greep hem onmiddellijk. Krabbe volgde de intensieve opleiding en werd rondleider. Negatieve reacties op zijn Duitse achtergrond heeft hij nooit gehad. "Alle Nederlandse collega-gidsen hebben me hartelijk ontvangen. Het feit dat ik Nederlands spreek heeft daarbij waarschijnlijk mede een rol gespeeld."
Duitsers
Duitse bezoekers zijn vaak een beetje gespannen als ze de synagoge betreden, merkt Krabbe. "Sommigen praten liever Engels aan de balie, omdat ze niet als Duitsers herkend willen worden. De meesten hebben nog nooit een synagoge van binnen gezien. Aan de Duitse kant van de grens staan nauwelijks nog joodse gebedshuizen, of ze zijn niet toegankelijk voor publiek. Het bezoek aan de sjoel in Enschede is hun eerste kennismaking met joodse rituelen en symbolen. Ze vinden het vaak verrassend hoeveel het christelijke geloof daarvan heeft overgenomen."
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede. - Foto: Lenneke Lingmont