Verkeer
Stuur appje
Zoek
Nieuws
Enschede

Helmich is gehecht aan De Bonekamp Enschede: €˜Levend zal ik dit huis niet verlaten €™

388466 888250

Huis en familie: voor Helmich van Heek (80) zijn het vaste waarden in zijn leven. Op landgoed De Bonekamp bij Enschede waakt hij over een klein deel van erfgoed van zijn voorvaders. Ik ben nu eenmaal een Van Heek.

Boven de bomen is de lucht strak blauw. Windvlagen rukken voorzichtig aan de eeuwenoude eiken. Helmich van Heek kijkt omhoog en hoopt op storm, het liefst met wat onweer erbij. Dan, als het bliksemt rond zijn boerderij, zit hij graag op de veranda om te kijken naar de bliksem. Schitterend. Daar kan geen film tegenop.

Het is maandagochtend en hij is onderweg naar de theekoepel, even verderop in het bos. Familiebezit, net als bijna alle grond hier in de buurt. Daarginds, achter dat weiland, begint het terrein van zijn broer en nog weer verderop ligt de Hoge Boekel, de villa waar hij een groot deel van zijn leven woonde. De koepel kocht hij in 1991 van zijn vader Arnold. Ooit gingen zijn grootouders hier met de koets naartoe om thee te drinken. Zaten ze hier een uur en gingen ze weer terug. Oude tijden. Die komen nooit meer terug.

Blubberige bodemBinnen, achter de ramen van zijn eigen boerderij, moet hij nog vaak aan het verleden denken. Ruim 40 jaar nu is hij de bewoner van De Bonekamp, een voormalige pachtboerderij die vroeger bij De Hoge Boekel hoorde. Sinds de dood van zijn vrouw, twee jaar geleden, woont Helmich van Heek er alleen. Het onderhoud van grond, het bos en de koepel doet hij grotendeels zelf. Vorige week nog stond hij met kaplaarzen en een cirkelzaag op de blubberige bodem van een vijver. Het had weinig gescheeld of hij was er nooit meer uitgekomen.

Dat zijn de risico s van het vak. Ik word ook een jaartje ouder. Ik probeer elke dag wat te doen. Dat is mijn manier van overleven. Honderden bomen heb ik hier geplant. Er is altijd wat te doen. Dat houdt nooit op. Achterstallig onderhoud is funest, net als bij mensen. Dat krijg je later tien keer zo hard op je bord. Ik ken hier elke boom, elke struik. Dat gaat vanzelf. Ik ben met deze plek vergroeid, voel me er een onderdeel van. Zolang ik leef, zal dat zo blijven.

Eigen grondDat hij op landgoed De Bonekamp mag wonen, ziet hij als een voorrecht. Ik behoor tot de gelukkige mensen die kunnen zeggen: ik ga even een wandeling maken over mijn eigen grond. In 1973 kreeg hij de boerderij, destijds nog een simpel boerenhuis. Er zaten stallen in, een zondagse kamer en een deel. Nu, na een ingrijpende verbouwing, heeft hij vanuit zijn woonkamer vrij uitzicht over de weilanden.

Al in mijn jonge jaren was ik gek op deze plek. We kwamen er veel vanuit de Hoge Boekel. Daar zat alles dicht met bomen. Hier zie je het echte coulisselandschap. Vanuit de kamer zie ik de buizerds overvliegen. In de weilanden lopen reeën. Op de veranda trok een meesje laatst zo maar drie haren uit mijn kop. Kleine dingen die me nog steeds intens gelukkig maken.

Minder chiqueHij is een echte Van Heek. Een van de vele Helmichs die de familie heeft gekend. In elke generatie wel één. En dan had je ook de Helmigs met een g . Maar die waren minder chique.

Zijn vader Arnold was directeur van de overhemdenfabriek P.J. Blom aan de Blekerstraat, zijn moeder Willy een telg uit de textielfamilie Scholten. In de woonkamer van De Bonekamp hangt nog het familieportret dat de sociëtyschilder Sierk Schröder destijds maakte. Vader en moeder Van Heek zitten er met drie van hun vijf kinderen aan tafel, Helmich als jongetje van 2 jaar in het midden. Zulke portretten zijn er heel veel in de familie. Het was een traditie om ze te laten maken.

SuikerpaleisHij werd geboren in het Suikerpaleis, de inmiddels gesloopte witte Van Heek-villa aan de Oldenzaalsestraat. De kamers waren er hoog en het leven was er zorgeloos. De familie had personeel. Een kinderjuffrouw bekommerde zich om Helmich, zijn zus en drie broers. We hadden een bevoorrecht leven. Dat kregen we ook op straat te horen. Ze scholden ons uit voor rijke stinkerds . Tientallen jaren later nog, bij toch een gerespecteerd iemand als burgemeester Ko Wierenga, kwam je dat sentiment nog tegen. Hij zag ons altijd nog als de rijke fabrikanten.

Prinsessen
Zijn mooiste herinneringen bewaart hij aan de Hoge Boekel. De familie ging er in 1950 wonen. We groeiden op in de natuur. Die was altijd om je heen. Dat is wel de grootste rijkdom die mijn ouders me hebben kunnen geven. We bouwden hutten, zwommen in de vijver voor het huis. De prinsessen Beatrix en Irene hadden hun zomerkamp op ons landgoed. Het was een zalige tijd.

In 1968 volgde hij zijn vader op als directeur van de fabriek aan de Blekerstraat. Meer dan 600 mensen werkten daar toen. Op nevenvestigingen in onder meer Reutum, Ootmarsum, Gaanderen en Friesland werkten jonge boerenmeisjes mee aan de productie van de destijds fameuze Fablo overhemden.

Het was een florerend bedrijf toen. Geen vuiltje aan de lucht. We maakten een prachtig product. Dat het mis kon gaan, kwam geen seconde in je op. Nog altijd vraag ik me af wat we eraan hadden kunnen doen. Het was een fatale samenloop van omstandigheden.

Moeilijker
Enerzijds werd het steeds moeilijker om jonge meisjes te vinden, anderzijds begonnen de landen in de derde wereld steeds goedkoper te produceren. We stonden machteloos. Het glipte ons uit de handen. Ik zeg nog altijd: ook bij ander management was dit fout gelopen. De ondergang van onze fabriek was onafwendbaar.

Op stille avonden op De Bonekamp denkt hij nog vaak aan die bewogen jaren terug. Het ontslag van al die mensen: dat was iets verschrikkelijks. Het faillissement van de fabriek in 1983 betekende ook een keerpunt in zijn eigen leven.

Helmich van Heek werd beheerder van het Volkspark, regelde daar onder meer de kermissen en trok zich steeds vaker terug in de luwte van zijn boerderij. De naam Van Heek heeft heel lang een negatieve klank gehad. Daar had je mee te leven. Ik beklaag me daar ook niet over. De naam is ook zeker geen reden om me ergens op voor te laten staan. Als mens word je in een bepaalde familie geboren. Ik ben nu eenmaal een Van Heek.

Sterke familiebandDe familieband is nog altijd sterk. Bij het jaarlijkse Paasvuur en Hemelvaart treft de familie elkaar op De Bonekamp. Dan worden er herinneringen uitgewisseld en toont Helmich de nieuwste trofeeën uit zijn jachtkamer. Tientallen hertengeweien, voorzien van jaartal en plek, hangen er aan de muur.

Dat hij zijn jachtgeweer vorig jaar aan de wilgen moesten hangen vanwege beginnende ziekte van Parkinson, doet hem nog altijd pijn. Jagen hoort bij het leven, bij de natuur. Als je zo lang buiten woont zoals ik, kun je daar niet omheen.

Uitgestrooid langs het padEenzaam voelt hij zich zelden. Overdag drinkt hij koffie met boeren uit de omgeving en s avonds eet hij steevast bij een van zijn drie kinderen. Ik ben een gezegend mens. Bang voor de dood is hij niet. Als het zover is en zijn leven zou zinloos worden, dan zal hij zelf de regie in handen nemen. Weggaan van De Bonekamp is geen optie. Dan is het beter om eruit te stappen.

Wat er daarna gebeurt, weet hij al precies. Daarginds, langs het pad naar de theekoepel, zal na de crematie zijn as worden uitgestrooid. Zo heeft hij het twee jaar geleden bij zijn eigen vrouw gedaan, zo zal het ook bij hem gebeuren. Ze had een oogziekte en reed elke dag met haar scootmobiel naar de koepel. Ik heb haar teruggegeven aan de natuur.

Familie met een eigen vereniging
De familie Van Heek heeft sinds twintig jaar een eigen vereniging. De familievereniging telt inmiddels meer dan driehonderd leden over de hele wereld. Eens per jaar, op een van de historische locaties rond Enschede, is er een algemene ledenvergadering die tevens familiedag is. Behalve het versterken van de onderlinge band behoren ook de uitgave van een familieblad, de ontsluiting van het verleden en de instandhouding van het familiebezit tot de taken van de vereniging.

Stamvader van de familie is Hendrik Jan van Heek die in 1778 vanuit Delden naar Enschede verhuisde en daar de basis legde voor de latere textielfabriek. Andere sleutelfiguren uit de familiehistorie zijn Gerrit Jan van Heek (1837-1915), de drijvende kracht achter de spectaculaire groei van Van Heek & Co in de negentiende eeuw, en Bernard van Heek, de stichter van het Rijksmuseum Twenthe.

Op basis van het principe elke zeuntje sien steumpke werden er veel nieuwe fabrieken gesticht, steeds met een Van Heek als directeur. Aan dat imperium kwam een eind na de grote fabriekssluitingen van de jaren 60 en 70. Helmich van Heek behoort onder meer via zijn vader Arnold (1904-1992) en grootvader Herman (1876-1923) tot de rechtstreekse afstammelingen van stamvader Hendrik Jan. Hij is een van de laatste nog levende fabrikanten in de familie.

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Carlo ter Ellen
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.