Nog twee keer staat hij voor het orkest. Vanavond in Enschede voor de vrienden en zondag in het Amsterdamse Concertgebouw. Onder leiding van Ed Spanjaard speelt het Orkest van het Oosten dan voor de laatste keer als zelfstandig orkest. Na de zomer gaat het gezelschap samen met het Gelders Orkest uit Arnhem en begint er een nieuwe fase in de muziekgeschiedenis van Oost-Nederland.
Spanjaard, sinds 2,5 jaar dirigent in Enschede, zal er na de vakantie niet meer bij zijn. Tot zijn eigen verdriet en teleurstelling, al wil hij daar nu niet al te veel aan toegeven. Ik probeer er niet aan te denken, maar het hangt natuurlijk wel degelijk als een schaduw over deze dagen , zegt hij in de dirigentenkamer van het Muziekcentrum. Dit orkest heeft me nooit in de steek gelaten. Zolang als ik hier kom, zijn ze voor me door het vuur gegaan. Vandaag, tijdens de repetitie, voel ik niets anders dan blijmoedigheid en schwung. Pas na zondag zal er plek zijn voor de weemoed en het verdriet die er wel degelijk ook zijn.
Chef-dirigent
Vaste dirigent was hij, Ed Spanjaard. Na het vertrek van zijn voorganger Jan Willem de Vriend en het bijna-faillissement gaf de orkestleiding er de voorkeur om het woord chef-dirigent te vermijden. In de praktijk was ik dat natuurlijk wel, al mocht het niet zo heten. Zo ook heb ik het al die jaren beleefd. Ik kwam binnen in een moeilijke periode, maar ze waren allerminst gebroken. Deze club beschikt over een geweldige veerkracht. Ik heb ze een iets andere koers laten varen dan mijn voorganger, maar ze gingen er moeiteloos in mee. Er is iets gegroeid waarop we ook in de toekomst met groot vertrouwen voort hadden kunnen bouwen.
Onder Spanjaard keerden de grote symfonieën van Bruckner terug, kwam het Franse repertoire weer in beeld en stond er elk seizoen wel een werk van Nederlandse makelij op de lessenaars. Ik vind dat heel belangrijk: het contact met de muziek van deze tijd. De componisten waren er ook altijd bij. Met hun commentaar en reacties tijdens repetities daagden ze het orkest uit. Voor een orkest is dat goed.
Geen plaats meer voor Spanjaard
Hoewel hij formeel een aanstelling had voor twee jaar, ging Spanjaard er altijd van uit dat er nog een vervolg zou komen. Dat stond ook in mijn contract. In termen waar ik mijn juridische adviseur nog eens naar heb laten kijken. Een rechtszaak had zeker kans van slagen gehad, maar past niet bij het soort dirigent dat ik ben. Aan mij kleven geen financiële schandalen of harde uitschieters. Ik zou ook niet in vrijheid kunnen dirigeren in de wetenschap dat ik mijn eigen dienstverband via de rechter af had moeten dwingen.
Dat er in het nieuwe fusieorkest geen plaats is voor Spanjaard, is ook voor de musici in Enschede een grote teleurstelling. In de ogen van velen was hij door zijn ervaring , kunde en integriteit bij uitstek de man geweest die het buitengewoon ingewikkelde fusieproces in goede banen had kunnen leiden.
Uitproberen
Een fusie tussen twee orkesten is een geweldige opgave. Dat is niet zomaar even een kwestie van twee organisaties in elkaar schuiven. Elk orkest is anders, heeft een andere klank, een andere persoonlijkheid en een andere manier van reageren. De beide directies hebben er in goed overleg voor gekozen om het komende seizoen veertien nieuwe dirigenten uit te proberen, in de hoop een grote nieuwe ster te vinden. Ik hoop van harte dat het gaat werken.
Zelf keert hij het komende seizoen niet terug bij het orkest. Ook dat doet hem oprecht pijn. Dat hij toch nog een keer in Enschede komt, is slechts te danken aan de Reisopera. Die vroeg hem de opera Die Verkaufte Braut van Smetana te dirigeren in een Nederlandse vertaling.
Het voelt oprecht zwaar als ik dit alles bedenk. Ik ben van dit orkest gaan houden en het orkest ook van mij. Zondag gaan onze wegen uiteen. Ook onze concertmeester, Carla Leurs, zal dan vertrekken. Maar het orkest moet door. Uiteindelijk is dat het enige wat telt.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Carlo ter Ellen