Opvang asielzoekers is noodvoorziening, maar dan wel zo goed mogelijk

De Enschedese burgemeester reflecteerde op de situatie in en rond de noodopvang na vragen van onder meer de PvdA en BurgerBelangen Enschede. De sociaaldemocraten hadden vooral vragen over onderwijsvoorzieningen en klachten van bewoners, de burgerpartij wilde weten of meldingen uit de omgeving wel goed werden geregistreerd en afgehandeld.

Afghanen met een status

In de noodopvang is een flink aantal Afghaanse gezinnen ondergebracht, die op uitnodiging van de Nederlandse regering zijn overgekomen en inmiddels een status hebben. “Die zijn in afwachting van een woning en horen eigenlijk niet in een noodopvang maar in en AZC”, zei Bovens. Statushouders hebben meer rechten en een AZC biedt meer voorzieningen.

Bewoners van een AZC hebben een eigen kookgelegenheid en er is onderwijs en opvang voor kinderen geregeld. In bed, bad en brood zit dat niet inbegrepen. Maar AZC’s zitten vol en een woonplek is voor niemand snel geregeld.

Tweede of derde noodopvang

“Voor een aantal Afghanen is dit al de tweede of derde noodopvang”, weet Bovens. Klachten van deze asielzoekers over de voedselvoorziening en de onderwijsvoorzieningen zijn begrijpelijk, maar niet een-twee-drie op te lossen.

Volgens Bovens wordt er, als het om het eten gaat, weliswaar geprobeerd om zo goed mogelijk naar wensen van bewoners te luisteren, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Onderwijs moet, als het goed is, per februari geregeld zijn.

Onderwijs start op 1 februari

“Het was niet meteen bekend hoeveel kinderen er zouden komen en welke leeftijd en welk niveau zij hadden.” Pas nadat daar zicht op was, kon worden gestart net de werving van personeel en de inrichting van een geschikte plek. Ook vervoer moest worden geregeld - een deel van de kinderen in opvang krijgt voortgezet onderwijs buiten de opvanglocatie.

Voor kleuter- en basisonderwijs is een gebouw op het terrein ingericht. De ouders zijn inmiddels ingelicht dat per 1 februari wordt gestart. Overigens is dat de datum die het COA en de gemeente van meet af aan hebben gecommuniceerd.

Incidenten eerst gecommuniceerd met omwonenden

Incidenten rond de opvang worden eerst gecommuniceerd met omwonenden van het vliegveld en daarna pas met de rest van de wereld. “Dat hebben we zo met hen afgesproken. We willen niet dat zij die via een ander kanaal horen.” Dat betekent dat er soms gewacht moet worden voordat de melding van een incident naar buiten wordt gebracht. Bovens: “Dan zit de vergaderfrequentie met bewoners een beetje in de weg.”

De dagelijkse leiding over de opvanglocatie is in handen van de gemeente. Per 1 maart neemt het COA die over. “De inzet van personeel van het COA groeit en ik heb geen signaal dat we dat niet gaan halen. Maar we willen het wel netjes overdragen.”