Verkeer
Stuur appje
Zoek
Nieuws
Enschede

Drones en klassieke vliegtoestellen in het Enschedese luchtruim: als dat maar goed gaat

Eén, anderhalf decennium misschien, maar dan zullen bemande en onbemande vliegtoestellen dezelfde stukken luchtruim delen. Dat is in elk geval wat kenners verwachten. Die onbemande toestellen - drones - vliegen dan autonoom, op aanwijzingen van een al even autonoom vluchtgeleidingssysteem. Maar zover is het nog niet. Dinsdagmiddag werd er getest op Vliegveld Twenthe.

Nu mogen drones nog niet volautomatisch vliegen. Vliegen in delen luchtruim die ook voor gewone vliegtuigen bestemd zijn, is een absolute no go. Drones mogen tot maximaal 120 meter hoog, daarboven is het domein van de klassieke luchtvaart. Gescheiden werelden, die in de komende jaren gaan samensmelten.

Testen: bloedserieus maar (nog) kleinschalig

Dat vraagt om voortschrijdende techniek, maar ook om nieuwe regels en veiligheidsvoorschriften. Voor dat het zover is dat bemande en onbemande toestellen doodgemoedereerd gezamenlijk door dezelfde luchtlagen scheren, moet er veel worden getest.

Vliegveld Twenthe is een van de vijf plekken waar die testen in het kader van een Europees project worden uitgevoerd. Stel je nog geen veld van tientallen drones voor, die zonder brokken een eskadron straaljagers moet zien te ontwijken. Zo spectaculair zijn die testen (nog) niet.

Twee drones en één - kleine - helikopter, vijf verschillende vluchten, onder meer naar het Enschedese MST en de brandweerkazerne in Glanerbrug. Waarbij zowel de drone als de helikopter het luchtruim delen.

Drone Ernst Bergoer
Eén van de gebruikte drones bij de testvluchten op Vliegveld Twenthe op het asfalt, klaar voor de start
Beeld: Ernst Bergboer

Die drones vliegen zelfstandig en krijgen daarbij signalen van een luchtverkeersleidingssysteem, dat ook in verbinding staat met de bemande heli. Het levert data op, gegevens die iets vertellen over de communicatie tussen de systemen en de manier waarop de drones daarop reageren. Met als uiteindelijke doel een systeem dat volautomatisch drones en klassieke toestellen veilig door hetzelfde luchtruim kan loodsen.

MST: heli’s en drones

Dat is een even noodzakelijk als logische ontwikkeling. Die noodzaak zit ‘m er bijvoorbeeld in dat er tal van plekken zijn waarop een scheiding van die twee luchtruim-gebruikers niet is vol te houden. Of niet wenselijk is.

Neem het Enschedese MST, waar met de regelmaat van de klok traumahelikopters opstijgen en landen. Dat gaan in de niet al te verre toekomst ook drones worden. Datzelfde ziekenhuis heeft alle belang bij razendsnel transport van bloed en donororganen, iets dat heel goed door drones gedaan kan worden. Of bij een brandweerdrone in het geval van een calamiteit.

Daar komen tal van andere functies bij. Denk aan inspectievluchten, politiesurveillance en verkeersdrones, maar ook het bezorgen van pakketten of pizza’s.

Die toenemende drone-activiteit betekent dat zowel die nieuwe als de klassieke luchtvaart steeds meer met elkaar te maken gaan krijgen. Een strikte scheiding is niet vol te houden. Maar iedere drone is een vliegtuig erbij en dat is op den duur voor een luchtverkeersleidingscentrum - de ouderwetse verkeerstoren van een vliegveld - niet bij te benen. Teveel stipjes op de schermen.

Ook de verkeersgeleidingssystemen moeten worden ingericht op onbemande, zelfvliegende drones. En uiteindelijk op een volledig onbemande luchtvaart.

‘Bemand èn onbemand is een tussenfase’

Het is ook de missie van Space53, het Twentse expertisecentrum voor de ontwikkeling van onbemande luchtvaart: ‘the unmanned ambition’. Gevestigd op de Technology Base, Vliegveld Twenthe, in een oude F16-bunker. Zoals het hoort.

Bemand en onbemand samen is een tussenfase, meent programmamanager Martijn Mennen van Space053. Niet het eindplaatje. Datzelfde zei robotica-professor Stefano Stramigioli enkele weken geleden in 1Twente Vandaag. Met de kanttekening dat het juist de bemande voertuigen zijn, die het gevaar opleveren. De mens is de kwetsbare factor. Autonoom rijdende en vliegende voertuigen zijn misschien niet leuker, maar wel veel veiliger dan de machines met een mens achter het stuur.

Regelgeving en veiligheidsvoorschriften

De belangrijkste reden voor de Europese testen zoals die op Vliegveld Twenthe werden uitgevoerd is dan ook niet een techniek, die nog lang niet zover is. Drones kunnen prima autonoom vliegen. Maar het màg nog niet. Dat heeft alles met regelgeving en veiligheidsvoorschriften te maken.

Verkeersleiding Ernst Bergboer
De pop-up-verkeerstoren voor de drone-testen op Vliegveld Twenthe, waar vluchten werden gevolgd en bewaakt en waar data werd verzameld
Beeld: Ernst Bergboer

Wil autonoom vliegen kunnen, dan moeten de toestellen, maar ook de verkeerssystemen en de software, veilig zijn. En mocht er toch iets misgaan, dan moet aansprakelijkheid geregeld zijn. Dat betekent certificering, veiligheidseisen waar alles aan moet voldoen, en dus testen. En nog eens testen. En nog eens.

Singapore, Dubaï, Parijs en Enschede

Ontwikkelingen als deze gaan het snelst waar de behoefte aan die ontwikkeling en het vermogen je daar op aan te passen het grootst is, volgens Jens ten Thije, drone-engineer bij het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum. Grote steden met een grote logistieke behoefte, die bovendien snel kunnen schakelen.

Ten Thije ziet steden als Singapore en Dubai als potentiële voorlopers, waar drones het snelst onderdeel gaan uitmaken van alledaagse verkeersstromen. Parijs is ook aardig bezig, maar in Europa zal die ontwikkeling - denkt hij - toch minder snel gaan.

Of Enschede haar ambitie waar zal kunnen maken om de drone-hoofdstad van Europa te worden? De jonge engineer, die hier studeerde, lacht. “Ja. Wat moet ik daar op zeggen? Alles kan.”

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.