Verkeer
Stuur appje
Zoek
Je bekijkt nu een artikel uit het archief
Dit artikel is niet geoptimaliseerd voor de huidige 1Twente-website. Hierdoor kan het voorkomen dat de opmaak wegvalt, er media ontbreekt en/of metadata incorrect is.
Nieuws
Enschede

Geert Steinmeijer: €˜Geld is soms een middel, maar nooit een doel €™

336034 df

De directeur van Hartman en Van Heek verzamelde 30 jaar in anonimiteit beeldende kunst. Volgende week zondag opent Geert Steinmeijer zijn museum No Hero in Delden.

Ik heb mijn best gedaan , vindt Geert Steinmeijer (63) en dat heeft hij zeker. In Delden is de voormalige rentmeesterij van Twickel subliem verbouwd tot museum No Hero. Het opent volgende week zondag, 15 april.

Op de begane grond en in de bovenzalen met een breed spectrum aan schilderijen, beelden, aardewerk. Van de middeleeuwen tot Frank Stella. En vergeet de tuin niet. Bijeengebracht met één criterium: de smaak van Geert Steinmeijer. Letterlijk met de hand op zijn hart zegt hij: Als het hier bij mij niet binnenkomt, koop ik het niet.

Brede smaak
Hij heeft een brede smaak, een internationale smaak ook. Terwijl hij, als zovelen, met het verzamelen van Nederlandse kunst is begonnen. Leo Gestel, Jan Sluijters, dat soort werk. Dat heb ik bijna allemaal verkocht in 2000. Nederland is heel trots op zichzelf. Op zich is dat niet erg. Maar als je naar het Prado gaat met mij, of naar het Louvre, dan pas zie je een museale wereld. De héle wereld. Ga je naar het Rijksmuseum of het Mauritshuis, prachtig, maar het enige wat je dan ziet is Nederland. Ik vind dat niks. In 2000 heb ik die switch gemaakt. Door internet en mijn reizen zag ik veel. Er is meer dan Nederland. Toen heb ik 80 procent van mijn Nederlandse collectie verkocht.

Om nou een Sluijters te verkopen...
Daar zijn er zoveel van. Die hangen overal. Ik moet intellectueel uitgedaagd worden door kunst. 50 keer Schoonhoven vind ik niks aan. Na drie of vier heb ik dat kunstje wel gezien.

De biografie van jouw smaak hangt hier?
Ja.

Kunst verzamelen deed hij er altijd naast. Zeg maar gerust stiekem. Iedereen kende hem als directeur van bedrijven als Ten Cate, Hartman en Van Heek, nadat hij jarenlang als zogeheten turn around manager slechtlopende bedrijven weer de goede richting op had gestuurd.

Ik heb daarnaast 30 jaar verzameld. Ik was totaal onbekend. Ik stond op geen enkel lijstje. Tot Arnoud Odding van het Rijksmuseum Twenthe zei: Geert, dit houd je niet vol. Het wordt een lachertje. Zo langzamerhand weet tienduizend man het al. Okay, toen ben ik uit de kast gekomen. Zijn lach galmt door de kleinste zaal beneden.

Op de begane grond van No Hero is een zaal gevuld met kunst van Neue Wilde, een Duitse stroming van begin jaren 80. Geert Steinmeijer begint meteen te vertellen. Hoe de Duitse kunstenaars in die tijd genoeg hadden van de machinaal vervaardigde Nul-kunst. Er moest weer geschilderd worden, vonden ze. Hödicke, Fetting, grondlegger en leerling hangen hier naast elkaar. Kunst uit 1982. Steeds weer valt het jaartal 1982. Wat deed hij zelf eigenlijk in dat jaar?
Ik was net afgestudeerd. Bedrijfskunde aan de Universiteit van Groningen. Ik had mijn eerste baan, bij Wang Computers in Culemborg. Mijn ontgroening in het bedrijfsleven. Zo was 1982 inderdaad ook voor mij een sleuteljaar.

Bedrijfskunde was toen nog een vrij experimentele studie, vertelt hij. Nu zit er 800 man in de zaal, toen waren we met 30, 40. We waren een bijzonder clubje. Als je koos voor Bedrijfskunde, was je lekker ondernemend. Geheel naar de gewoonte binnen de familie. Dokter of directeur was wat je zijn moest bij ons. Zijn vader had een bedrijf. Dat heeft hij op een gegeven moment verkocht. Niet aan mij, maar aan iemand anders. Vond ik wel lastig.

Een hard bot?
Ja. Vader had vijf zoons. Het kon goed zijn dat hij geen keuze kon maken of geen trammelant wilde. Achteraf is het goed dat het zo gegaan is. Van familiebedrijven hoor je vaak over ruzie onderling. Ik ben blij dat ik op eigen kracht gevaren heb. Ik hoef tegen niemand dankjewel te zeggen.

Hij werkte op dat moment bij Philips. Maakte de stap naar HSC Technology, een beursgenoteerd bedrijf waar veel fout ging. Maar ook een paar dingen heel goed. Toen werd ik voor het eerst ingehuurd als turn around manager. Dat is processen in bedrijven die niet goed gaan analyseren. Om te zien of je er op een positieve manier weer uitkomt. Daar moet je niet alleen de balans voor kunnen lezen, maar ook weten waar het bedrijf naar toe wil. Daar heb ik mijn vak van gemaakt. In 1990. AMRO Bank gaf hem zijn eerste opdracht. Zo was ik eigenlijk de eerste moderne zzp er.

Kunst was nog helemaal niet in beeld?
Natuurlijk hing er thuis wel een schilderijtje aan de wand. We moesten van moeder mee naar een concert, we werden een museum binnengesleurd. Maar de beroemde paplepel, nee. Ik ontmoette al snel Frans Molenaar, de couturier. Hij heeft mij veel laten zien. Ik ben met Frans naar Japan geweest, vijf weken. Om te kijken hoe de Nederlandse confectie- en designindustrie kon samenwerken met Japan. Frans was toen een bekende Nederlander. Hij vond dat ik zo n Twents accent had. Prima, dat heb ik nog steeds.

Jan des Bouvrie kwam erbij, de interieurarchitect. Zij hebben mij leren kijken.

Zijn eerste grote avontuur in Twente begon in 1991. Samen met anderen kocht hij een noodlijdende divisie van Ten Cate en lichtte die uit de holding. In het begin was het erg moeilijk. Hoe goed of slecht de groep was, daar kwamen we niet achter. Wellicht zijn we toen te optimistisch geweest. Het eerste jaar maakten we 4 miljoen gulden verlies. Gigantisch veel. Maar de aandeelhouders zagen wel toekomst en ikzelf ook. Vanaf 1994 waren de gekantelde bedrijven weer winstgevend. Toen ik dat had laten zien, dacht de bank dat ze die Steinmeijer wel vaker konden inschakelen. In totaal heb ik tot 2005 vijftien cases gedaan.

Ben je toen zo rijk geworden?
Ha ha ha, rijk word je door je vrouw en je kinderen. Onthoud dat! Dat is wat ik geleerd heb. Geld maakt niet gelukkig. Ik heb mensen heel rijk zien worden en heel ongelukkig. Veel mensen vragen hoe belangrijk geld is voor mij. Dan zeg ik: soms een middel, nooit een doel.

Als er een basis is, hoeft dat niet meer.
Vind ik wel. Natuurlijk mogen mensen best zeggen dat ik makkelijk praten heb. Ik geloof niet in mensen die alleen met geld bezig zijn. Het zou mij als mens absoluut niet bevredigen. Het interesseert me niet. Toen mijn vrouw en ik onze eerste dochter kregen, was dat honderdduizend keer meer waard dan welk geldbedrag ook. Immateriële dingen maken mij meer gelukkig dan geld.

Was 1982 een sleuteljaar, 2012 werd een kanteljaar. Toen heb ik een ernstige hartaanval gehad. In de ambulance hoorde ik de verpleger zeggen: De patiënt reageert niet. Ik realiseerde me toen pas dat het leven eindig is. Is dit de laatste adem die ik uitblaas? Het heeft mij enorm aan het denken gezet. Ik ben het leven anders gaan inrichten. Niet meer dat gehaast en dat stressen. Niet meer vijf afspraken per dag. Ik heb een heel ander ritme gekregen. Het heeft me rust gebracht.

Hij verkocht een flink deel van zijn aandelenpakket. Liquiditeit kwam binnen. Vermogen. Ik heb geen nieuwe aandelen gekocht, ik ben serieus gaan verzamelen. Hij heeft nu zo n 600 objecten. Het idee ontstond voor een museum. Hij keek rond in Enschede. Balengebouw? Te groot. Te massaal. En toen kwam ik dit gebouw tegen, uit 1726. Ik werd gewoon getroffen. Door het gebouw, door de tuin. De harmonie en de balans die ik hier aantrof, vond ik wel passen bij mijn eigen nieuwe balans die ik na 2012 heb gevonden.

Iets wat je na wilt laten.
Mijn vrouw en dochters vroegen of ik gek geworden was. Doe normaal. Ik zei: Ik zorg dat het niet ten koste gaat van ons. Ik heb een splitsing gemaakt. Dit is mijn vermogen en dit is mijn hobby. Ik heb de kunst nooit gezien als investering. Mijn jongste dochter zit nu in Australië. Kort voor ze vertrok was ze hier en zei: Geert, we zijn trots op jou. Kijk, dat is niet in geld te vertalen.

Particuliere musea zijn een trend. Wat veel mensen niet weten is dat bijna alle grote musea, het Rijksmuseum, Kröller-Müller, het Van Gogh, feitelijk zijn begonnen vanuit particulier initiatief. Het fenomeen keert terug, nu de overheid door de bureaucratisering van de museale wereld in Nederland een enorme invloed heeft. Bezoekersaantallen najagen is een belangrijk onderdeel geworden. Ik heb geen zin om in dat systeem te gaan zitten. Dan kun je beter zelf iets rustig neerzetten. Natuurlijk wil ik graag bezoekers hebben. Maar of er 10.000 komen of 20.000 zal mij een zorg zijn. Ik heb een enthousiast, jong team hier in het museum. Ze staan te popelen.

No Hero is een wondertje van harmonie. De Italiaanse zaal boven, de Franse kunst, de Chinese. Waar in Nederland vind je Franse kunst? Ik heb nog veel meer.
In de benedenzalen zullen wisseltentoonstellingen komen. Met werk uit de eigen collectie, bruiklenen, andere verzamelaars. Kunst die past bij de ziel van Geert Steinmeijer, dat wel. Hier zit al 30 jaar dezelfde ziel en visie achter. Dit museum is de film van mijn leven. Op elk onderwerp heb ik ooit ja gezegd. In Amerika heb je verzamelaars die hebben én modern Amerikaans werk én een schitterende collectie renaissance. Dan hoor je: hij weet niet wat hij wil. Het komt door het calvinisme in ons denken. Ik weet precies wat ik wil. In die zin ben ik geen Nederlander meer, maar een niet-Nederlander, die internationaal denkt. Je moet kunst zelf op waarde schatten. Door veel te zien, kun je meer waarderen. Daarom luister ik ook niet naar al die adviseurs. Natuurlijk mogen ze me iets melden, maar ik laat uiteindelijk altijd mijn gevoel bepalen wat ik wil.

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Carlo ter Ellen DTCT
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.