Verkeer
Stuur appje
Zoek
Nieuws
Enschede

Foto in krant bezorgt Enschedese Richard rillingen: €˜Oorlog is nooit ver weg €™

399823 Richard Meijer Tubantia

Een foto uit de oorlog, afgedrukt in Tubantia, bezorgde hem koude rillingen. Zo maar aan de keukentafel zag Richard Meijer uit Enschede zijn vrijwel complete familie terug vlak voor begin van de eerste razzia's.

De bewuste foto uit de zomer van 1941 staat in het indrukwekkende fotoboek dat onlangs verscheen over de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook op een tentoonstelling in het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam is de foto te zien. "Ik wist dat hij bestond. Een nicht van mij uit Israël heeft hem in bezit. Maar als je daar zo maar uit het niets mee wordt geconfronteerd, raakt je dat diep."

Meijer (68), tot 2013 eigenaar van het gelijknamige modehuis in Enschede, groeide op met de oorlog. "Er werd niet over gesproken, maar de herinnering eraan was er altijd. De oorlog was nooit ver weg." Bijna iedereen op de foto, kent hij bij naam. "Drie verpleegsters op de fiets in een dorpsstraat: als je niet beter wist, denk je dat het gewoon een vakantiefoto is. De zon schijnt, de bomen zijn groen. Het leven lijkt zorgeloos. Maar dan zie je opeens die Jodensterren en besef je dat dat alles slechts schijn is."

Grijpt me bij de keel
Het zien van de foto grijpt hem, zegt hij, nog altijd bij de keel. Zijn eigen vader staat erop, links achter de verpleegsters. En die twee oude mensen op de stoep zijn z'n grootouders Joop en Hennie Meijer, kalfsexportslagers in Borculo. "De foto is bij hen op de stoep gemaakt. Hun huis staat er nog. Naast hen staat de familie Zion uit Eibergen. Joden, net als zijzelf. Ze dragen allemaal de Jodenster, maar wonen kennelijk allemaal nog gewoon thuis. De grote razzia's zijn nog niet begonnen."

In tegenstelling tot de samenstellers van het monumentale boek en de tentoonstelling kent Meijer ook de precieze achtergrond van de foto. De drie verpleegsters, maar vermoedelijk ook zijn vader staan op het punt te vertrekken naar hun werk in het Apeldoornsche Bos, een joodse psychiatrische inrichting waar tot 1943 ruim 1200 joodse patiënten verbleven. "Mijn vader werkte eigenlijk in de modezaak in Enschede, maar moest dat in 1941 onder dwang van de Duitsers opgeven. Net als veel anderen uit de Achterhoek en Twente werd hij daarop verpleegkundige hulp in Apeldoorn. Ze gingen er op de fiets naartoe. In het weekend waren ze gewoon in Borculo."

Grote drama's
De ontruiming van het Apeldoornsche Bos en de deportatie van de patiënten en vijftig personeelsleden is een van de grote drama's uit de oorlog. Niemand van de ruim 1200 patiënten overleefde. Meijers vader maar ook de drie verpleegsters (zijn tante Sarie Meijer, Gerta Zion en Nan van Krefeld) werden tijdig gewaarschuwd en konden onderduiken.

"Iedereen op deze foto heeft de oorlog overleefd. Dat maakt hem in zekere zin uniek. Meestal staat er op elke oude Joodse familiefoto wel iemand die in de kampen is vermoord. Mijn oom Louis, de broer van mijn vader, had zeven kinderen. Ze zijn allemaal omgekomen, al werd daar nooit een woord over gezegd. Mijn grootouders, mijn vader, oom Louis: ze wilden verder met hun leven."

De geportretteerden zaten ondergedoken. Zijn eigen vader eerst in Friesland en later in Zieuwent. "Eens per jaar, met Sinterklaas, kwamen die mensen langs in onze zaak in Enschede. Dan kregen ze een nieuw pak. Eigenlijk was dat het enige wat me al die jaren aan de oorlog herinnerde."

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Tubantia
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.