Verkeer
Stuur appje
Zoek
Nieuws
Enschede

De tragische ondergang van de Twentse verzetsman Rooie Geert

413900 911585

Vijf jaar lang dook Annette Kok in het oorlogsverleden van haar familie en de oom die nooit meer terugkwam: Geert Schoonman (1917-1944), een van de vergeten sleutelfiguren uit het Twentse verzet. Het schrijven van dit boek heeft me pas echt bevrijd.

Bijna achteloos gooit Annette Kok hem op tafel: de sleutel van de Koepelgevangenis in Arnhem. Gekoesterd in de familie, als herinnering aan een van de belangrijkste acties waaraan haar oom Geert Schoonman deelnam. Meer dan vijftig gevangenen wist hij te bevrijden op die dag in juni 1944, samen met zes anderen uit het verzet.

Johannes ter Horst, zijn grote vriend uit de Knokploeg Enschede, wist verkleed als dominee de gevangenis binnen te komen. Ze waren onafscheidelijk, die twee. Wat volgde, was de grootste bevrijdingsactie van het verzet uit de Tweede Wereldoorlog. En dan te bedenken dat ze kort daarvoor ook al dominee Frits Slomp, bijgenaamd Frits de Zwerver, hadden bevrijd. Alle verzetsstrijders die aan de actie meededen, kregen later een sleutel. Ook degenen die de oorlog niet overleefden, zoals Geert.

Terug in Twente

Ze is weer even in Twente, Annette Kok (67). Terug op de plekken waar zich de laatste episode voltrok uit het tragische leven van haar oom Geert Schoonman, beter bekend als Rooie Geert . In 2011, na de dood van haar moeder Cora, de zus van Geert, verdiepte ze zich samen met haar dochter Vera (42) in het zo lang verzwegen drama in haar familie: het oorlogsverleden van haar eigen moeder en het grote verdriet over de broer die nooit meer terugkwam.

Geert verdween in oktober 1944 maar niemand wist wat er met hem was gebeurd. Pas drie jaar later, nadat een Duitse officier is gaan praten, werd zijn lichaam gevonden op vliegveld Twente. Eerder had daar al het medium Gerard Croiset gezocht naar lijken van verzetsstrijders. Geert bleek al op 12 oktober 1944 te zijn gefusilleerd. Mijn grootouders, thuis in Zaandam, wisten van niets. Mijn oma zat tot twee jaar na de oorlog elke dag voor het raam, in de hoop dat hij thuis zou komen. Ze hield ook steeds een kamer voor hem gereed: de mooie kamer . Toen ze hoorde over zijn dood, is ze in één week grijs geworden, zeiden familieleden later.

In het boek dat ze samen met Vera schreef, vertelt ze het verhaal van haar familie en oom. Voor het eerst, want in de familie werd vooral gezwegen. Mijn moeder heeft nooit ergens over gepraat. Ze zat zelf in het verzet in Zaandam. De oorlog hing als een schaduw over haar leven. Soms kwamen er mensen van de Stichting 40-45. Ongetwijfeld met de beste bedoeling, maar de sfeer daarna was om te snijden. In die tijd ook begon ik me van Geert af te keren. Zijn foto s stonden bij ons op het dressoir, samen met die sleutel en zijn onderscheidingen. Hij gold als een held. Maar voor mij was een mislukkeling, een anti-held, iemand die ons leven verpestte.

Er was niets
Uiteindelijk was het haar dochter Vera die haar zover kreeg om iets met de herinnering aan Geert te doen. Ik kwam erachter dat ik eigenlijk heel weinig van hem wist. Er was geen monument, geen straatnaam, niets. Dat zat mijn ouders ook heel erg dwars. Hij en Johannes ter Horst zijn zo belangrijk geweest voor het verzet in Twente, maar ze hebben nooit de eer gekregen die hen toekwam. Na Dolle Dinsdag en september 1944 gingen, mede door de reorganisatie van het verzet vanuit Londen, anderen de hoofdrol spelen. Mensen als Geert, die toch hun leven hadden gegeven, werden vergeten.

Om gevoeligheden te vermijden hebben de twee auteurs alle figuren in hun boek geanonimiseerd. Sommige nabestaanden van Twentse families die in het leven van Geert een rol spelen, hebben nog steeds moeite om over de oorlog te praten. In één familie gold zelfs vanaf de oorlog een verbod om iets te zeggen over wat er toen is gebeurd. Aanvankelijk was dat een probleem om het boek te maken, maar later bleek het juist heel goed te werken. Door de anonimiteit van de figuren en de keuze voor romanvorm wordt het boek meer dan alleen maar een familieverhaal. Het boek gaat niet alleen over Geert of over ons, maar over alle verzetsstrijders die er in dit land zijn geweest.

Opvallende verschijning

Geert Schoonman groeide op in Zaandam. Een opvallende verschijning, bijna twee meter lang en getooid met een rode haardos. Vanwege zijn handigheid en kennis van techniek komt hij in het Nederlandse leger bij de genie. Hij vecht in mei 1940 op de Grebbeberg en wordt in 1943 grenskommies in Twente. Via collega-douanier Harry Saathof raakt hij betrokken bij de KP Enschede waarin de bakkerszoon Johannes ter Horst de dominerende figuur is. Samen zijn ze tot september 1944 betrokken bij tientallen acties, waaronder de twee bevrijdingsoperaties in Arnhem, een vergelijkbare operatie bij het Huis van Bewaring in Almelo, hulp aan geallieerde piloten, overvallen op distributiekantoren en sabotage van spoorwegen en bruggen.

Rode draad in het boek getiteld Helden sterven jong, zijn de bezoekjes van de auteurs aan Twente. Wij komen hier niet vandaan. De plekken waar Geert de laatste jaren van zijn leven is geweest, waren voor ons volledig onbekend. Dat we er zijn gaan kijken en hebben gesproken met mensen van hier, voelde als een pelgrimstocht. Het schrijven van dit boek heeft me bevrijd van een trauma.

Drie plaatsen vooral, zegt Annette Kok, bezorgden haar een knoop in de maag , toen ze er voor de eerste keer kwam: vliegveld Twente, waar zich ergens de executieplek van Rooie Geert moet bevinden, de boerderij in Hezingen (bij Vasse) waar hij uiteindelijk werd gearresteerd en boerderij De Holterhof in het Aamsveen, zijn vaste stek in Twente en lange tijd het centrum van het verzet in Enschede.

Beklemming
Vandaag, als ze samen met haar dochter de boerderij opnieuw bezoekt, voelt ze de beklemming nog steeds. Dat zal wel nooit overgaan. Het was hier een schuilplaats voor verzetsstrijders en onderduikers. Hier heeft hij gewoond, hier had hij een verloofde en stond de auto waarmee ze hun acties uitvoerden. Geert, technisch als hij was, had hem zelfs uitgerust met een mitrailleur. Vlakbij, in de grote villa, zaten Duitsers. Letterlijk in hun achtertuin verborgen ze wapens , piloten en onderduikers. Geert en Johannes waren voor niemand bang.

De huidige bewoner, Dimitri , kent ze goed. Hij is rossig en stelt zich voor als Rode Dimitri . Een Stolperstein op de oprit geeft sinds kort aan dat verzetsstrijder Geert Schoonman hier heeft gewoond. Tot in de late zomer 1944. Toen werd het hier te onveilig en is de hele boel, inclusief wapens, verplaatst naar Huize Lidwina in Hertme. Toen ook begon de onenigheid in het Twentse verzet en vielen er in hele korte tijd heel veel slachtoffers. Johannes ter Horst werd bij een motorrit aangehouden in Almelo, gemarteld en gefusilleerd. Huize Lidwina kon niet op tijd worden ontruimd en werd door door de Duitsers opgeblazen. Ook daar vielen slachtoffers.

Rooie Geert zelf zat de laatste weken van zijn leven in Hezingen. Ondergedoken in een boerderij waar ook Joodse onderduikers zaten. Hij was er belast met het toezicht op wapendroppings. Voor iemand die zoveel gedaan had, voelde dat als een degradatie. De mensen op de boerderij begrepen ook niet wat zo n zware jongen uit het verzet in deze omgeving deed.

Arrestatie

Op 6 oktober, een vrijdag, gaat het mis. Landwachters inspecteren de boerderij en ontdekken de onderduikers. Elf mensen worden gearresteerd, onder wie Geert Schoonman. Hij probeert te vluchten, maar wordt neergeschoten. Ze hebben me de plek aangewezen. Hij was geraakt in de longen. Zijn portemonnee vol met geld wist hij nog in het weiland te gooien. Die hebben ze later teruggevonden, ongeveer tegelijk met de ontdekking van zijn lichaam op vliegveld Twente.

Over zijn dood weet ze nog steeds weinig. Dat hij naar het ziekenhuis in Oldenzaal is gebracht, dat een geplande bevrijdingsactie daar nooit is uitgevoerd en dat hij vermoedelijk door een nekschot in een zelfgegraven kuil in de buurt van een vliegveldbunker om het leven is gebracht: veel meer is er niet bekend.

De vragen blijven. En niet alleen op dit punt. Mijn familie heeft zich altijd afgevraagd of er verraad in het spel is geweest. Bewijzen zijn er nooit geweest. We moeten het doen met wat zijn kameraden over hem zeiden. Frits de Zwerver, degene die hij had helpen bevrijden in Arnhem, sprak bij zijn herbegrafenis in 1947 in Zaandam. Deze eenvoudige jongen , zei hij, heeft dingen gedaan die het nageslacht niet zal willen geloven . Ik weet nu dat hij gelijk heeft gehad.

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Reinier van Willigen
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.