Starters op de woningmarkt voorlopig nog de sjaak

Wat cijfers op een rij - Ten Hag schudt ze zo uit zijn mouw. Huizen kosten anderhalf keer meer dan een jaar geleden. Dat was in de voorbije jaren niet anders: elk jaar kwam er tien tot vijftien procent bij. Twee-onder-een-kappers in Enschede kosten tussen de drie en vier ton. De vierkante-meterprijs voor appartementen is inmiddels hoger dan ooit voor mogelijk werd gehouden.

Die prijsstijgingen zijn een direct gevolg van een groot woningtekort en extreem lage rentestanden. Dat woningtekort - landelijk gaat dat om 350.000 woningen - is de komende jaren nier op te lossen en Ten Hag ziet die lage rente ook niet snel veranderen. “Het moment waarop de prijzen weer gaan dalen is nog heel ver van ons af. Dat zie ik alleen gebeuren als de rente hard stijgt in combinatie met grote werkloosheid. Dan hebben mensen minder te besteden en wordt lenen te duur.”

Dat het woningtekort in afzienbare tijd minder wordt, lijkt al helemaal een fata morgana. Ten Hag: “Die achterstand is zo groot dat het bij inzet van onze maximale bouwcapaciteit nog zeker vijf jaar duurt voordat die is ingelopen.” En die maximale inzet van huizenbouwers blijkt onmogelijk. Sterker: volgens Ten Hag zijn al die bouwers alleen al nodig om de kwaliteit van de al bestaande woningen op peil te houden.

De overheidsmaatregel om overdrachtsbelasting voor starters te schrappen, werkt averechts. Ten Hag: “Zoals we al voorspeld hebben. Die twee procent die niet naar de belasting gaat, komt nu bij de prijs op. Ze hebben er een heel complex systeem van gemaakt; starters hebben er niets aan, verkopers profiteren.”