Verkeer
Stuur appje
Zoek
Nieuws
Enschede

Verrassende mix van oud en nieuw tovert voormalig verdeelstation in Enschede om tot hip kantoor

Verdeelstation Frans Nikkels
Interieur van het voormalige verdeelstation
Beeld: Frans Nikkels

In de zomer is het er soms bloedheet, in de winter af en toe steenkoud. Het is niet altijd een pretje om te werken in een monument. Voor de rest hebben de medewerkers van kunststof kozijnenbedrijf Benitech vast geen klagen.

Het vroegere verdeelstation aan de GJ van Heekstraat is omgetoverd tot een hip industrieel kantorencomplex waar oud en nieuw een harmonieuze mix vormen.

Eigenaar Benito Amato van Benitech kocht het pand in 2016 van de gemeente waarna de laatste gebruikers, kunstenaars, vertrokken. „Toen we het kochten, waren er overal hokjes van gipskarton. Het was een muffe tent, een rommeltje”, herinnert Benito Amato zich. Vier jaar later is daar niets meer van te zien en is het een sfeervol kantoorgebouw waar ongeveer 35 mensen werken. „Een mooie omgeving werkt inspirerend”, legt hij uit. „En dat komt de klant weer ten goede.”

Daarnaast vond hij het gewoon leuk om zijn creativiteit aan te boren voor dit project. Brede glimlach: „Ik zit in de kunststof, maar ik ben ook kunstzinnig.” Dat blijkt al uit het megagrote schilderij dat hij zelf heeft gemaakt en dat in het kantine-gedeelte hangt.

Het gebouw was op 7 december 1950 als hoofdverdeelstation in gebruik genomen door het ‘Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf Enschede’. De letters GEB en het logo van het energiebedrijf staan nog op de stenen wandplaat boven de ingang.

Door nieuwe technieken werd een groot elektriciteitsgebouw in 1990 overbodig. Er werd een kleiner stroomstation pal naast gebouwd, met vele malen meer capaciteit. Dat doet nog steeds dienst en is eigendom van Enexis.

Het voormalige verdeelstation is nu een gemeentelijk monument vanwege de voor die tijd (wederopbouw) kenmerkende sobere bouwstijl, het strakke metselwerk en de smalle, hoge ramen. En niet te vergeten de toepassing van natuursteen voor dragende constructies als de kozijnomlijsting en de onderkant van het dak.

De verbouwing regisseerde de nieuwe eigenaar zelf. Dicht werd open. Overal zijn harde industriële materialen als beton en staal gecombineerd met zachte vloerkleden en grote vazen met droogboeketten. Originele elementen werden in ere hersteld. Daarvan zijn er nog best veel, als je goed kijkt. „Hier bijvoorbeeld, de directiekamer. Dat was vroeger de machinekamer. Onder in deze stalen deuren zitten nog de oude ontluchtingsroosters.”

Een oude bovenloopkraan uit 1947 bleef ook bewaard. Het mechaniek doet het zelfs nog. Als je aan de ketting trekt, komt het roestige gevaarte probleemloos in beweging.

En al zijn sommige tegels van de stenen trappen hier en daar wat beschadigd, Amato peinst er niet over die te vervangen. „Dit is helemaal de sfeer van de jaren ’50. Ook die prachtige trapleuningen van ijzer, die maken ze niet meer tegenwoordig!”

Hetzelfde geldt voor de zware stalen deuren, die in de vorige eeuw overal in het gebouw zijn geplaatst met het oog op brandvertraging. Hij wil ze voor geen goud vervangen.

Overal hangen oude, metalen fabriekslampen die de industriële stijl versterken. Het zijn echter niet de exemplaren die hier vroeger hingen. „Ik heb ze gekocht omdat ik vond dat ze hier goed passen.” Ook van ‘eigen import’ is de oude, afgebladderde staldeur in de ontvangstruimte met het Italiaanse designzitje uit de jaren ’50. Hij nam de deur mee uit Oost-Europa. „Gered van de stort. Prachtig toch?”

Een herinnering aan de oorspronkelijke functie van het gebouw zijn de nummers op de deuren in de kelderruimte. „Dat zijn de nummers van de acht grote transformatoren die hier vroeger stonden. Die waren meer dan drie meter hoog en twee meter breed.” De ruimtes worden nog verbouwd tot werkplekken.

De meest verrassende ingreep is dat op elke verdieping de metalen dekluiken zijn verwijderd waaronder transportrails zaten. De rails dienden voor het takelen van zware machines. In plaats van metalen luiken, zit er nu glas in het raamwerk. Daarmee is een origineel doorkijkje door het hele gebouw gecreëerd. Op de hoogste etage kijk je zo een meter of dertien naar beneden. Twee van de oude luiken zijn hergebruikt als tafelblad.

Binnen heeft de ondernemer zich dus naar hartenlust kunnen uitleven. Maar omdat het gebouw de monumentenstatus heeft, mag hij aan het aanzicht van de buitenkant niets zonder toestemming veranderen. Dat is soms best een probleem in een gebouw dat in de eerste plaats was bedoeld voor de huisvesting van machines en apparaten, maar waar nu veel mensen werken.

Het enkel glas bijvoorbeeld mag vanwege de karakteristieke stalen kozijnen niet worden vervangen. Aan de binnenkant van de raampartijen zijn weliswaar stijlvolle houten luiken geplaatst, maar het blijkt niet voldoende om extreme hitte en kou te weren. „Dat gaan we dit jaar aanpakken”, zegt Amato.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.