Verdachte van fatale klap in Enschede werd daarvoor zelf ook belaagd

Dat maakte het Openbaar Ministerie donderdagmiddag bekend. Alle vier aangehouden verdachten zijn inmiddels vrijgelaten, maar blijven verdachten.

Uit het door de recherche ingestelde onderzoek is gebleken dat de zondag aangehouden hoofdverdachten, kort voor de fatale klap zijn belaagd door het latere slachtoffer en een aantal andere personen. „In de daaropvolgende vechtpartij tussen de twee groepen blijkt door beide partijen geweld te zijn gebruikt.”

De politie beschikt over meerdere videobeelden inmiddels, die aantonen dat er eerder een handgemeen is geweest. De man die Van der Kolk wat later in de Haverstraatpassage tegen de grond sloeg zou daarbij zelf ook letsel aan zijn gezicht hebben opgelopen. Niet bekend is wie daar voor verantwoordelijk is. De politie doet daar verder geen mededelingen over.

Marco van der Kolk werd in de nacht van zaterdag op zondag in de Haverstraatpassage met één klap tegen de grond geslagen. Hij viel op zijn achterhoofd. Op de beelden is meteen te zien dat de gevolgen ernstig zijn. In de loop van maandag is hij aan zijn verwondingen overleden. Volgende week woensdag is er een stille tocht om hem te herdenken.

Er zijn vier mannen aangehouden naar aanleiding van de fatale ruzie. De man die Van der Kolk tegen de grond sloeg meldde zichzelf op zondag bij de politie, samen met een andere verdachte van de dodelijke mishandeling. Ze werden voor de mishandeling met de dood tot gevolg gearresteerd. Beiden zijn donderdag vrijgelaten. Op maandag werden ook nog twee anderen opgepakt, maar dan voor openlijke geweldpleging. Ook zij zijn intussen op vrije voeten.

De politie beschikte al meteen over een video waarop te zien is wie Van der Kolk neerslaat. „Mede door dit filmpje bestaat er geen twijfel over wie de fatale klap gaf. In dit onderzoek was het voor het rechercheteam vooral de vraag wat de aanleiding is geweest voor het geven van de klap. Nu dit duidelijk is heeft het Openbaar Ministerie geen reden om de verdachten langer in hechtenis te houden.”